Iemand die 's morgens, als de wekker gaat Zich omdraait en als eerste daad Al bevend naar een fles sherry tast Die zonder blik of teder woord Uit bed rolt en dan onverstoord Steun zoekt bij de spiegel van de kast Die als een zombie, bleek en afgeleefd Zich wankel richting bad begeeft Vunzig vreemde keelgeluiden maakt En dan zielig naar de spiegel lacht De mensheid en zichzelf veracht En alle eigenwaarde in de wasbak braakt Zou je houden van? Zou je houden van? Zou je houden van? Iemand die 's middags dan verzuipt in spijt En schaamteloos aan wroeging lijdt Je duizend keer, beterschap belooft Die vriendelijk en eerlijk lijkt En schijnbaar weer de oude blijkt Maar die je diep vanbinnen echt niet meer gelooft Die je vrienden keer op keer verblindt Hen listig om de vinger windt Zich wentelt in een bad van schone schijn Wiens ziel zich elke nacht verhoopt Aan een liefde die het leven sloopt Die liefde heet dan port of wijn Zou je houden van? Zou je houden? Zou je houden van? Iemand die zo is. Iemand die beeft, iemand wiens hand voortdurend beeft Iemand die liegt, iemand die kronkelt en bedriegt Iemand die scheldt, iemand die lasterpraat vertelt Iemand die lalt, iemand die in gelul vervalt Iemand die de duivel pijpt voor whisky Nee, jij zou nooit houden van, nooit zou jij houden van, Jij zou nooit houden van Je zou vluchten van zo'n zielepoot, je brak met al dat leed En da's exact wat zij ook deed