Half tien, je ligt in bed Want half tien is half tien Al kun je zelfs de avondzon Door het zolderraam nog zien De posters aan de muur Kijken op je neer Je hebt ze niets te zeggen Ze begrijpen je niet meer Je draait, zucht Het is beklemmend stil Je lag vaak uren wakker In de jaren van verschil Een sigaret in het fietsenhok Het mag niet, dus rook je veel Je wil de wereld aan je voeten Maar hij grijpt je bij de keel Steeds minder te vertellen Steeds meer een grote mond Wild, maar ongewapend Als een kruitvat zonder lont Want al je dromen, wensen Afgedaan als gril De machteloze woede In de jaren van verschil Er is altijd wel iemand Nooit eens niemand om ons heen We zijn wel heel vaak samen Maar nooit met elkaar alleen Ik zie ze weer verdwijnen Sta verlaten bij het raam En bedenk hoe het had kunnen zijn Fluister zacht hun naam Want je moet veel, mag niets Krijgt nooit wat je wil Het onvervuld verlangen In de jaren van verschil